AUTOGEEN LASSEN IN RVS

Bij dit proces wordt warmte ontwikkeld door een brandbaar gas, acetyleen, met zuurstof te mengen en te verbranden. Hierdoor komen de gassen koolmonoxide en waterstof vrij, die op hun beurt weer zorgen voor een bescherming van het smeltbad tegen de inwerking van de lucht. Zij verbinden zich met de zuurstof, waterstof en stikstof in de omgevingslucht.

Desgewenst kan ook hier zijdelings een toevoegmateriaal in het smeltbad worden gevoerd dat afsmelt en met het gesmolten werkstukmateriaal samenvloeit en na stolling de las vormt. Het autogeen lassen wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het lassen van de ongelegeerde staalsoorten. Toepassing vindt het nog veelvuldig in het verbindingslassen van pijpen in onder andere de verwarmingsindustrie en het verbinden van dunne plaat. Ook het hardsolderen is een toepassing van het autogene proces.

Invloedsfactoren

Bij dit proces is de belangrijkste invloedsfactor de instelling van de vlam. Door de hoeveelheid aan de brander toegevoerd acetyleen en zuurstof te variëren verkrijgt men verschillende typen vlamkegels, ieder met hun eigen temperatuur en beschermende werking. Ook de richting van lassen, het naar links dan wel rechts lassen is een invloedsfactor.

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat de lasser inzicht moet hebben in de verschillende parameters opdat hij in de gewenste laspositie een goede las tot stand kan brengen. De keuze van de lasnaadvorm hangt af van onder andere de materiaaldikte die moet worden gelast, alsook van de positie waarin gelast moet worden. Toepassing van de juiste lasnaadvorm is een kenmerk van een goed opgeleide lasser.

Ook basiskennis van de verschillende te lassen materialen mag niet ontbreken. De lasser krijgt veelal, voordat hij met het laswerk mag beginnen, een protocol waarin aangegeven is met welke lasparameters hij het laswerk moet uitvoeren. Dit protocol heet een "Lasmethodebeschrijving". Het kunnen lezen ervan en het weten hoe een dergelijk protocol tot stand komt behoort ook tot de vereiste kennis van de lasser.

Bovendien mogen de noodzakelijke veiligheidsaspecten voor de lasser zelf alsook voor zijn omgeving niet ontbreken.